van (Dutch)
Expressions:
- zijn bekomst hebben van
- zich onthouden van
- wet van Murphy
- van Tol
- van nut zijn
- van mening zijn
- van mening veranderen
- ten overstaan van
- ten noorden van
- ten gunste van
- ten bate van
- op basis van
- op aandringen van
- naar aanleiding van
- met inbegrip van
- jan van gent
- in plaats van
- in het bijzijn van
- in de hoedanigheid van
- houden van
- gruwen van
- genoeg hebben van
- gebruik maken van
- een appel valt niet ver van de boom
- door middel van
- de belangen behartigen van
- college van kardinalen
- beschuldigen van
- als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel
- afgezien van