Language: nld
Alphabetical Index
- manisch
- mannelijk
- mannetje
- mantel
- mantelmeeuw
- Maori
- Marathi
- Marc Overmars
- Marco van Basten
- mare
- margarine
- Margraten
- Mari
- Maria boodschap
- marine
- marineblauw
- Mark van Bommel
- Mark Wotte
- marketing
- markies
- markt
- marktmeester
- marmer
- marmot
- mars
- Mars
- marsepein
- martelaar
- marter
- Marum
- massage
- massief
- mast
- masticatoir
- mastitis
- mastocyt
- mastodynie
- mastoiditis
- mastworp
- matigen
- matras
- matroos
- mauwen
- Max van der Stoel
- maxillair
- maximaal
- maximum
- me
- mecanicien
- mechanisme
- medaille
- mededelen
- mededingen
- medeklinker
- medelijden
- Medemblik
- mediaan
- mediator
- medicament
- medicatie
- medicijn
- medicinaal
- medisch
- medullair
- meel
- meer
- meerderjarig
- meerkoet
- Meerlo Wanssum
- Meerssen
- meerval
- meervoud
- mees
- meest
- meestal
- meester
- meetkunde
- meeuw
- megacolon
- megaloblastair
- mei
- Meijel
- meikever
- meineed
- meiraap
- meisje
- melaena
- melanoom
- melanose
- melasse
- melden
- melk
- melkgebit
- melkkoe
- melktand
- melkvee
- melkweg
- meloen
- meloengeel
- membraan
- men
- Menaldumadeel
- menarche
- meneer
- menen
- mengbaar
- mengen
- menigte
- mening
- meningitis
- menopauze
- menorragie
- mens
- mensaap
- mensen
- mensenhaai
- mensheid
- menstruatie
- mentaal
- Menterwolde
- Meppel
- merci
- Mercurius
- merel
- merken
- merrie
- mes
- mesentericus
- mest
- mestkever
- met
- metaal
- metaboliet
- metabolisatie
- metabolisme
- metafoor
- metaplasie
- metastase
- meten
- meteoor
- meteorisme
- meter
- methemoglobinemie
- methyleenblauw
- metro
- metrorragie
- metselaar
- meubel
- meubels
- meubelstuk
- mevrouw
- Mexico
- micel
- micro
- microbiologisch
- microcirculatie
- micrografie
- microgram
- micrometer
- microniseren
- microorganisme
- microscopisch
- microsomaal
- microsporum
- microvillus
- mictie
- middag
- middageten
- middel
- Middelburg
- Middelharnis
- middelpunt
- middelvinger
- Midden Delfland
- Midden Drenthe
- mierikswortel
- migraine
- mijl
- mijlpaal
- mijn
- mijnwerker
- mijt
- mijter
- milieu
- militair
- Mill en Sint Hubert
- mimeticum
- mimiek
- min
- minachting
- minder
- minderjarig
- mineralisatie
- minimaal
- minimaliseren
- minimum
- minister
- ministerie
- minkukel
- minteken
- minuut
- miotisch
- mis
- misbruiken
- misdaad
- misdadig
- misdadiger
- misdienaar
- miskraam
- mislukking
- mispel
- missaal
- misschien
- missionaris
- mitose
- mix
- mixen
- mixer
- mobilisatie
- mobiliteit
- modderkruiper
- mode
- modern
- modieus
- modificeren
- modulator
- moe
- moeder
- moederdag
- Moederdag
- moeflon
- moeilijk
- moeras
- Moerdijk
- moet
- moeten
- mogelijkheid
- mok
- moker
- Moksha
- moleculair
- molecule
- molen
- moment
- momenteel
- monarchie
- mond
- mondeling
- monding
- Mongools
- monitoring
- monnik
- mono
- monocomponent
- monoloog
- mononucleose
- monopolie
- monotherapie
- montage
- monteren
- Montferland
- Montfoort
- monument
- mooi
- mooist
- Mook en Middelaar
- moord
- moordenaar
- Moordrecht
- moorkop
- moratorium
- morbiditeit
- morfinomimetecum
- morgen
- morgenstond
- mortaliteit
- mortiliteit
- moskee
- mossel
- most
- mosterd
- mot
- motief
- motor
- motorboot
- motorfiets
- motorisch
- motto
- mouw
- mucociliair
- mucocutaan
- mucolyticum
- mucopurulent
- mucosa
- mucus
- mug
- muggenorchis
- Muiden
- muilbanden
- muildier
- muilezel
- muis
- muisvogel
- muiten
- muizen
- muizenis
- multidosis
- multipara
- multipel
- munt
- Murphy
- mus
- musculair
- musculatuur
- museum
- musiceren
- musicus
- muskusos
- muskusrat
- mutageen
- mutatie
- mutisme
- muts
- muur
- muziek
- muziekgroep
- muzikant
- myalgie
- myasthenie
- mycobacterie
- mycologisch
- mycose
- mycotisch
- mydriaticum
- myelomatose
- myeloom
- myelosuppressie
- myelotoxisch
- myocardititis
- myopathie
- myopie
- myositis
- mysterie
- mythe
- na
- naaidoos
- naaien
- naaimachine
- naald
- naam
- naamdag
- naamval
- naamwoord
- naar
- Naarden
- naast
- naastenliefde
- nabij
- nabootsen
- nacht
- nachtorchis
- nadelig
- nadenken
- nader
- naderen
- nadir
- nagel
- nagenoeg
- nagerecht
- naijver
- nakomeling
- namiddag
- Napels
- narcis
- narcissengeel
- narcoticum
- narwal
- nasaal
- nasi
- nasolacrimaal
- nat
- nathouden
- natie
- nationaal
- natriurese
- natuur
- natuurkunde
- nausea
- nauw
- nauwelijks
- nauwkeurigheid
- Navajo
- navel
- nebula
- necrolyse
- necrose
- Neder Betuwe
- nederig
- nederigheid
- Nederland
- Nederlands
- Nederlandse Spoorwegen
- Nederlek
- Nedersaksisch
- Nederweert
- nee
- neef
- Neerijnen
- neerleggen
- nefritis
- nefroliet
- nefropathie
- nefrotisch
- nefrotoxisch
- negatief
- negentien
- negentig
- negerzoen
- nek
- nemen
- neo
- neonataal
- neoplastisch
- Nepalees
- Nepali
- Neptunus
- nergens
- nervositeit
- nest
- net
- neuken
- neuraal
- neuralgie
- neuritis
- neurodermitis
- neuroleptanalgesie
- neurolepticum
- neurologisch
- neuroloog
- neuromusculair
- neuronaal
- neuropathie
- neurotisch
- neurotoxisch
- neurotransmitter
- neurovegatief
- neus
- neushoorn
- neutraal
- neutralisatie
- neutrofiel
- neutropenie
- nevelpanter
- neveneffect
- nicht
- nidatie
- Niedorp
- niemand
- nier
- niersteen
- niet
- nietje
- niets
- niettegenstaande
- niettemin
- nieuw
- Nieuw Lekkerland
- Nieuw Nederland
- nieuwe
- Nieuwegein
- Nieuwerkerk aan den IJssel
- nieuwjaar
- Nieuwkoop
- nieuws
- nieuwsbericht
- nieuwsgierig
- nieuwsgierigheid
- nieuwtje
- niezen
- nihil
- Nijefurd
- Nijkerk
- nijlpaard
- Nijmegen
- nijptang
- nipper
- nippertje
- niveau
- nobel
- noch
- nocturnus
- nodeus
- nodig
- noemen
- nog
- nogmaals
- nominatief
- non
- nonchalant
- nood
- noodgeval
- noodtoestand
- noodweer
- nooit
- Noor
- Noord Beveland
- noorden
- Noordenveld
- Noorder Koggenland
- Noordoostpolder
- noordse
- Noordse vinvis
- Noordwijk
- Noordwijkerhout
- Noordzee
- Noors
- nor
- norm
- normaal
- normalisatie
- normotensief
- nors
- nosocomiaal
- notaris
- notenboom
- notitie
- notitieblok
- november
- Novial
- NS
- nu
- nuance
- Nuenen, Gerwen en Nederwetten
- nul
- nullipara
- nummer
- nummulair
- Nunspeet
- nut
- Nuth
- nutteloos
- nycturie
- nystagmus
- Obdam
- ober
- obesitas
- objectief
- oblie
- observatie
- obstetrisch
- obstipatie
- obstructie
- occasioneel
- Occitaans
- occlusie
- occult
- oceaan
- ocelot
- ochtend
- oculair
- oculogyrisch
- oculomotoor
- odor
- oecumene
- oedeem
- oefenen
- oefening
- Oegstgeest
- oesofageaal
- oesophagitis
- oestrogeen
- oever
- Oezbeeks
- of
- offer
- offeren
- officier
- offreren
- ofschoon
- oftalmisch
- oftalmologisch
- oftewel
- ogen
- ogenblik
- Oirschot
- Oisterwijk
- okapi
- oker
- okergeel
- okkernoot
- oksel
- oktober
- Oldebroek
- Oldenzaal
- olie
- olifant
- oligoelement
- oligurie
- olijf
- olijfboom